Lees hier het verhaal dat begon in 1978 en waar tot op vandaag elk jaar nieuwe hoofdstukken aan worden toegevoegd. Wist je dat het idee voor een pingpongclub ergens in een garage gerijpt is? Dat er op 19 mei 1983 een belangrijke beslissing is genomen die tot op vandaag grote gevolgen heeft? En dat...
Een steekvlam van enthousiasme
Groeide uit tot een pracht van een club
Door en voor pingpongers
Die met hart en ziel timmeren aan de weg
Veertig jaar later
Verzamelen nog steeds geweldige mensen
Vol passie voor onze sport
Met de gouden formule van toen als leidraad
#allesvoordeclub
Het moet ergens in het voorjaar van 1977 geweest zijn toen rijkswachter Leo Van Hoof in zijn garage aan de Legrellestraat 86 een pingpongtafel ineen knutselde en zo de eerste steen legde voor wat een ongelooflijke successtory zou worden. Al snel kwam gans de buurt op geregelde avonden zijn kunde testen op de tafel van Leo (naaste buren waren onder andere Karel Sappenberghs en Werner Van den Broeck, jeugdvriend van de zoon van Leo). De belangstelling en de passie bleven toenemen en er werd overgegaan tot het spelen van enkele vriendschappelijke wedstrijden.
In het zaaltje achter café Casino (den Duivenbond) werd zelfs een vriendschappelijk tornooi georganiseerd waar ook optieker en bestuurslid van het eerste uur René Sansen bij betrokken was. Het aantal enthousiastelingen bleef groeien en het was bijna logisch dat in het voorjaar van 1978 bij stichter-voorzitter Leo het idee begon te rijpen om een echte pingpongclub op te richten in Berlaar. Hij kreeg hierbij de hulp van zijn vriend uit de aquariumclub Wilfried Geens, Julien Van den Berg en café-uitbater Francis “Sus” Geyselings. Laatstgenoemde stelde de schuur achter zijn café de Boekt (gelegen in het gehucht Gestel, aan de grensscheiding met Kessel) ter beschikking en na een zomer hard werken opende TTC De Boekt op 8 september 1978 haar deuren.
Het was een klein maar gezellig lokaal met twee speeltafels naast een knus ingerichte bar. De drie initiatiefnemers hadden nog enkele werkkrachten naast zich verzameld en dit eerste bestuur ging vaak te rade bij de enige echte tafeltennisser die onze gemeente rijk was: Karel Sappenberghs. Hij kwam destijds uit voor TTC Salamander in derde nationale. Het was de bedoeling een zuiver recreatieve club op te richten, waar “den après ping-pong” minstens even belangrijk was als het spelletje zelf. En dat kan je vrij letterlijk nemen. De woensdag- en donderdagavonden (én -nachten) werden berucht. Tot op de dag van vandaag is de donderdag de clubavond gebleven die volledig competitievrij is en waar al onze leden vrij kunnen trainen.
Dag en nacht open
Vier avonden in de week werden er voor de beginnelingen trainingen gegeven door onder meer Walter Verbeeck, Roger Mariën, Jan Hendrickx en Karel Sappenberghs. De woensdag- en zaterdagnamiddag leek het wel of alle jeugd van Berlaar op de club samenkwam. De echte klapper was echter zondagnamiddag, waar er al vlug gebruikt gemaakt moest worden van een reservatiebord en een soort wekkersysteem. Dit was ook de namiddag van de befaamde afvaardiging van “den tennis” met onder andere de Steve, de Fried, Louis Put en Gilbert Dresen. De traditie van deze zondagnamiddag is jammer genoeg wel verloren gegaan.
Het lokaal was bijna dag en nacht open, ook al omdat café-uitbater Sus van de Boekt meer achter onze tapkast stond dan achter die van zijn eigen café. De bar draaide enorm en al wat er in die beginjaren ook maar georganiseerd werd, werd een klinkend succes. Zo was er het eerste clubkampioenschap dat afgesloten werd met een groot bal, het daaropvolgende laddertornooi en het carnavalbal en een mosselverkoop naar aanleiding van Gestelkermis.
De formule sloeg enorm aan en na een half jaar telde de nieuwe vereniging zomaar eventjes 180 leden. Dit was uiteraard onhoudbaar op twee speeltafels en vanaf het tweede jaar daalde dit aantal dan ook tot een meer realistisch getal van ongeveer zeventig, waarvan dan nog een twintigtal steunende leden.
De nadruk lag volledig op recreatie en de toog was toen minstens even belangrijk dan de pingpongtafel: van de 180 leden waren er 125 alleen drinkende, 40 vooral drinkende die het gerstenat uitzweetten door meestal elkaar partij te geven achter de tafel (alhoewel er al enkele vriendenwedstrijden georganiseerd werden) en een 15-tal (toen nog niet zoveel drinkende) jeugdspelers.
Maar er was ook de harde kern van die fanatiek trainende jeugdleden, die het niet zo had begrepen op het zuiver recreatieve beleid. Ze wilden zich ook in competitieverband meten met andere clubs. De vier sterkste en bekendste spelers waren Wim Geyselings, Werner Van den Broeck, Ivan Nijs en Willy Dockx. Ze waren ook provinciaal zonder meer de beste opkomende spelers van hun generatie en de drie laatsten zijn voor een groot deel verantwoordelijk voor de sportieve opgang die de club in de jaren nadien gekend heeft. Ze hebben uiteindelijk meer dan 25 jaar in de twee hoogste ploegen van onze vereniging gespeeld.
In het seizoen 1979-’80 werd dan ook succesvol met één ploeg gestart in de hoogste afdeling van de jeugdcompetitie in de “katholieke” of KKSFB, het huidige Sporta. De derde plaats in een reeks met allemaal geklasseerde spelers was zeker een succes te noemen. Op die manier was de kop eraf en speelde de club officieel competitie. Dat smaakte naar meer.
Altijd meer ploegen
De volgende jaren werd de club competitief verder uitgebouwd tot vijf herenploegen en drie jeugdploegen in de KKSFB. De heren haspelden op maandagavond hun thuiswedstrijden af, een traditie die tot op de dag van vandaag in ere gehouden wordt voor wat betreft de competitie in Sporta. De eerste ploeg bestond uit Karel Sappenberghs, aangevuld met de betere jongeren en het hoeft dan ook niet te verwonderen dat dit team in twee jaar doorstootte van de tweede reeks naar Ere-afdeling.
In het seizoen 1981-’82 werd wegens plaatsgebrek besloten om de competitiewedstrijden te betwisten in de plaatselijke feestzaal. Dit kwam de sfeer niet ten goede en in de zomer van 1983 werd het clublokaal dan ook in een nieuw (houten) kleedje gestoken én uitgebreid door het ombouwen van een aangrenzend schuurtje, zodat we vanaf dan over drie competitietafels beschikten. Voortaan waren alle activiteiten weer achter de Boekt gecentraliseerd.
Ook op bestuurlijk vlak wijzigde één en ander. Het oorspronkelijke bestuur gaf er eind 1980 de brui aan en werd vervangen door vijf nieuwe krachten samengebracht onder impuls van Karel Sappenberghs. Walter Luyten werd voorzitter, Ludo Willoqué ondervoorzitter, Paul Mathé penningmeester, Dirk Alaers feestleider en Karel zelf werd secretaris van de nieuwe bewindsploeg. Dit vijftal, enkele jaren later aangevuld met de jongeren Werner Van den Broeck en Ivan Nijs én de terugkerende Wilfried Geens mag de verdienste opeisen de club in haar huidige vorm te hebben gegoten.
De Grote Beslissing
Op de Algemene Ledenvergadering van 19 mei 1983 werd een beslissing genomen die het sportieve beleid van de club definitief zou wijzigen. Ondanks aanbiedingen van andere clubs in eerste provinciale en zelfs derde nationale beslisten Werner, Willy en Ivan om een Berlaarse ploeg op te starten in de KBTTB onder de clubnaam TTK Berlaar. In het seizoen 1983-’84 werd dan noodgedwongen gestart in vijfde provinciale met de klassementen C6-D2-D2-D6. Deze ploeg zou als een wervelwind door de provinciale afdelingen razen en tot en met eerste provinciale kampioen spelen zonder ook maar één enkel puntje af te geven. Deze ambitieuze jonge spelers speelden zo jaren ver onder hun niveau. Maar op die manier effenden ze het pad voor de steile sportieve opgang van de club.
Om de steile opgang waar te maken, waren twee weloverwogen transferts nodig: in derde provinciale kwam Karel Sappenberghs ons vervoegen vanuit Salamander en voor tweede provinciale werd het Bevels jeugdtalent Wim Bats aangetrokken. Het transfertbeleid in onze vereniging is trouwens steeds doordacht gevoerd. Slechts druppelsgewijs werden vreemde spelers aangetrokken, erop lettend dat aan de eigen kweek genoeg kansen werden gegeven en er vooral zorg voor dragend dat de mentaliteit van de aangetrokken mensen kaderde in de clubgeest. Want tot vandaag is die initiële mentaliteit, zonder dikkenekkerij en waar er achteraf aan den toog nog kan nagekaart worden het handelsmerk van onze club gebleven. Deze mentaliteit, gecombineerd met een goede infrastructuur, een actief jeugdbeleid en zeer goede trainingsfaciliteiten vormden en vormen nog steeds de steunpilaren van het succes van TTK Berlaar.
In 1985 rees er een tweede ploeg in “den Belgische” uit de grond en er zouden er nog volgen. Het probleem was dat de beperkte afmetingen van ons lokaal achter De Boekt ons hadden verplicht om vanaf derde provinciale weer uit te wijken naar een feestzaal. Vooral de betere spelers wilden na het seizoen 1987-’88 hun thuiswedstrijden in het eerste jaar nationale graag betwisten in hun eigen lokaal waar ze ook trainden. Uitbreiden op de bestaande locatie was echter niet meer mogelijk en het financiële avontuur van een nieuwbouw schrikte velen af.
Het toeval kwam ons echter ter hulp. De nieuwe cafébazin en vooral haar toenmalige levenspartner hadden al snel door dat ons lokaaltje een kleine goudmijn was waar bijvoorbeeld met erg weinig ingrepen en kosten een prachtig feestzaaltje van te maken was. Begin 1988 werd een banaal incident over het al dan niet mogen gebruiken van het lokaal door een voetbalclub aangegrepen om ons te laten verstaan dat wij tegen september van dat jaar moesten opgehoepeld zijn. Zij zetten hun woorden kracht bij door de huurprijs dermate op te drijven dat de club financieel nog amper leefbaar werd. Dit veroorzaakte grote opschudding onder de leden. Sommigen weigerden te scheiden van iets wat de laatste tien jaar een deel van hun leven was geworden en wilden het desnoods tot een rechtszaak laten komen. Uiteindelijk was het de andere strekking die het haalde en het bestuur besliste in een crisisvergadering om uit te kijken naar een nieuw tafeltennislokaal. Na inspectie van enkele bestaande Berlaarse magazijnen en schuren werd besloten dat nieuwbouw de enige echte oplossing was. Hiermee was het hoofdstuk De Boekt definitief afgesloten.
Nieuwbouw
Twee huizenhoge vragen: hoe zouden we dit project financieren en waar zou dat lokaal dan komen? Het eerste probleem was al snel uit de wereld. Bij een plaatselijke houthandel werd prijs gevraagd voor een chalet die aan onze noden voldeed. De binnenafwerking zou door eigen leden gebeuren op vrijwillige basis. Van onze periode achter De Boekt hadden we een klein spaarpotje overgehouden. Het overige deel werd, onder impuls van onze tweede voorzitter Walter Luyten, voorgeschoten door een tiental leden zodat we geen hachelijk financieel bankavontuur moesten aangaan, want dat bleef toch altijd een stap in het onbekende. De bar is van oudsher een goeddraaiend onderdeel geweest in onze club en alles was dan ook na zes jaar terugbetaald.
Het locatieprobleem werd eerder toevallig opgelost. Werner Van den Broeck kon via de toenmalige burgemeester Jozef Houben bekomen dat de club voor lange tijd een perceeltje binnengrond kon huren pal in het dorpscentrum, dat reeds voorzien was van bestaande kleedkamers en douches. Houben was toen ook secretaris-generaal van Arbeid en Gezondheid, de eigenaar van de gronden waarop onze chalet nu staat. In een recordtempo werd naast de bestaande infrastructuur een chalet uit de grond gestampt die plaats bood aan vijf speeltafels en de onvermijdelijke bar. Vanaf eind augustus 1988 is TTK Berlaar gehuisvest aan de Alpenroosstraat 26.
Wat de VTTL betreft, bleef alles bij het oude. In Sporta werd TTC De Boekt omgevormd tot TTK Balder (dialectnaam voor Berlaar). Onder impuls van de nieuwe secretaris Werner Van den Broeck werd het sportieve beleid dan volledig op de competitie in de VTTL gericht, werd begonnen met een actieve jeugdwervingspolitiek en werden er systematisch geleide trainingen ingevoerd. Deze politiek, de nieuwe infrastructuur en het reeds uit de doeken gedane transfertbeleid legden de club geen windeieren: in een vijftal jaar verdubbelden zowel het ledenaantal (tot ongeveer 130) als het aantal competitieploegen in de VTTL. De A-ploeg promoveerde naar tweede nationale, de B-ploeg nestelde zich in derde nationale en in bijna elke provinciale reeks vond je vanaf dan wel één of meer Berlaarse vertegenwoordigers. Enig (luxe-)probleem: de beschikbare ruimte werd opnieuw te klein!
Al in het voorjaar van 1994 werden er concrete plannen gesmeed om naast het bestaande lokaal een even groot gebouw bij te plaatsen. Financieel wisten we nu wel hoe ver we mochten springen en dus kon er een normale lening worden aangegaan. De nieuwbouw zou een stenen constructie worden die één geheel ging vormen met het oorspronkelijke lokaal. Ook de bar kon dan vergroot worden en de kleedkamers konden definitief in het lokaal geïntegreerd worden. In oktober 1995 werden de ruwbouwwerken gestart en vanaf het seizoen 1996-’97 kon de zaal in gebruik genomen worden. Het resultaat mag gezien worden: een speelruimte die plaats biedt aan acht speeltafels en die de dag van vandaag, meer dan twintig jaar later, nog altijd wordt erkend als één van de mooiste in Vlaanderen.
Uitbouwen van de jeugdwerking
Tussen 1997 en 2001 promoveerden Werner Van den Broeck en Wim Bats van initiator tot trainer A, de hoogst mogelijke kwalificatie. Ze gebruikten hun verworven kennis om de groepstrainingen voor de jeugd nog kwalitatiever te maken, terwijl de beste spelers daarnaast ook individueel getraind werden. In dit gestructureerde systeem van wekelijkse individuele trainingen vervulde onze club een voortrekkersrol: het werd enkele jaren later overgenomen door het provinciaal comité Antwerpen, waarvan Werner lid was geworden, en nog later door gans Vlaanderen waar het tot op de dag van vandaag gebruikt wordt om de betere spelers op te leiden. De instroom kwam van opendeurdagen en van het uitnodigen van klassen van de lagere school. Koppel dit aan een kwalitatieve gestructureerde begeleiding en je moet wel resultaten boeken.
Het resulteerde tot een aantal fameuze nieuwe jeugdlichtingen, waarvan vele spelers tot op de dag van vandaag deel uitmaken van de club. Vier ervan behoorden of behoren tot de Belgische top: Tom Van Schil, Lauren Enghien, Vincent Vanhoven en Margo Degraef, die zopas nog verliezend finalist was op het Belgisch kampioenschap dames A, een unicum in de toch al rijke clubgeschiedenis.
Naast dit viertal zijn er, ook bij de meisjes, nog verschillende hele sterke subtoppers gevormd die er voor gezorgd hebben dat Berlaar vanaf 2000 de grote slokop is in het behalen van provinciale jeugdtitels. Sinds die periode valt er ook quasi elk jaar wel een Vlaamse en vrij regelmatig zelfs een Belgische titel uit de kast. Vriend en vijand erkennen dat de Berlaarse jeugdwerking top is in Vlaanderen. Maar nog belangrijker dan het leveren van toppers, is de constante aanvoer en invoer van jeugdspelers – van welk niveau dan ook – voor de volwassenencompetitie. Deze aanvoer heeft er de jongste twintig jaar voor gezorgd dat het wegvallen van oudere spelers of drop-out, waar elke club mee te kampen heeft, steeds werd gecompenseerd door jonge spelers van eigen bloed.
Nieuwe voorzitter
In 1998 stopte Walter Luyten na 18 jaar als bestuurslid en Karel Sappenberghs werd zo de derde voorzitter uit de clubgeschiedenis. Hij zou deze functie combineren met die van penningmeester. Er werd ook een jeugdbestuur gevormd, dat nieuwe activiteiten zoals verschillende fuiven, jeugdtornooi Dag van de Jeugd en een tombola tijdens Ping Pong Kermis uit de grond stampte. Twee leden, Bert Provoost en Nico van den Broek, zouden uiteindelijk doorstromen naar het hoofdbestuur. Zij zijn vandaag nog steeds de drijvende krachten achter de tombola ten voordele van de jeugd tijdens Ping Pong Kermis, die in 2018 aan de twintigste editie toe is.
Het was ook de periode van de verdere uitbouw van Ping Pong Kermis tot één van de grootste mosselfeesten van de verre omtrek. Deze mossel-driedaagse was vanuit De Boekt meegenomen naar de Alpenroosstraat. Gestel Kermis werd Ping Pong Kermis en het tweede weekend van september vervroegde naar het laatste weekend van augustus plus de daaropvolgende dinsdag. De eerste jaren was het zoeken en aanpassen aan een nieuwe datum en een nieuwe locatie, maar vanaf eind jaren negentig staat het concept als een huis. Alles kan uiteraard altijd beter en elk jaar worden er nog kleine wijzigingen aangebracht aan het draaiboek, maar het Berlaar-team (alle competitie-spelende clubleden steken een handje toe) zorgt ervoor dat de vele honderden bezoekers snel hun mosselen, koninginnenhapje, croque, pannenkoek of ijskreem voorgeschoteld krijgen. En wie éénmaal onze mosselen geproefd heeft, die komt gegarandeerd terug, zo blijkt elk jaar weer...
De doorgroei naar Super
In het seizoen 2007-‘08 had onze hoogste herenploeg al een jaartje mogen proeven van eerste nationale, maar de ploeg met onder andere jeugdspelers Lauren Enghien en latere A2-speler Robin Devos (aangetrokken) kon de degradatie niet ontwijken. De plaats van de vertrekkende Robin werd het daarop volgend seizoen echter ingenomen door Tom Van Schil, die na omzwervingen als A-speler in Sokah Hoboken en Duitsland terugkeerde naar zijn moederclub, met een kampioenstitel en een vernieuwde promotie naar eerste nationale tot gevolg.
Het bestuur zette toen alle zeilen bij om een ploeg te bouwen rond de eigen jeugdproducten Tom en Lauren. Na voorstelling van het clubproject aan Berlaar-speler Wim Verheyen in de zomer van 2010, was die laatste bereid om met zijn firma Dylan België als hoofdsponsor te fungeren. De competitieploegen van TTK Berlaar werden TTK Dylan Berlaar, een verbintenis die stand houdt tot op de dag van vandaag. De A-ploeg bestaande uit Tom Van Schil, Lauren Enghien en rotsen in de branding Willy Dockx en Tom Faes, werd versterkt met de Engelsman Alim Hirji. Dit leidde tot een tweede opeenvolgende titel (nu in eerste nationale) en een voor de club historische promotie naar Superdivisie, de hoogste reeks in België.
Gedurende de seizoenen 2010-2011, 2011-2012 en 2013-2014 zal TTK Dylan Berlaar, het bescheiden landelijke clubje uit de Zuiderkempen, uitkomen in die reeks. De thuismatchen op zondagnamiddag, met regelmatig veertig of zelfs meer hevige supporters, worden berucht. Het aantreden in Superdivisie ging zelfs gepaard met het uitbrengen van een eigen uniek bier, met de toepasselijke naam Super Balder, een verwijzing naar een oud Berlaars bier, waarvan het logo werd hergebruikt én natuurlijk ook een toepasselijke knipoog naar de promotie naar Superdivisie. Het is gebrouwen in de drie seizoenen dat Dylan Berlaar in de hoogste reeks speelt, en nu ook ter gelegenheid van ons veertigjarig bestaan.
Tom en Lauren worden op dit allerhoogste niveau bijgestaan door A-spelers Florent Lamoque en de betreurde Christophe Closset. Het is voor de club essentieel dat er genoeg eigen spelers in de hoogste ploeg spelen, zelfs als dit leidt tot degradatie. En onze jeugdwerking weet met Vincent Van Hoven zelfs een derde jeugdspeler klaar te stomen voor dit allerhoogste niveau. Zo vormden op een ondergesneeuwde vrijdagavond alle drie onze Berlaarse jeugdproducten de volledige ploeg bij een uitmatch in het verre Virton, een unicum in de geschiedenis van Superdivisie.
Maar het mooie liedje in Superdivisie bleef niet duren. De invoering van de dubbele aansluiting (waarbij spelers uit buitenlandse competities ook bijkomend in ons land konden uitkomen) betekende het einde van het Berlaarse verhaal op het hoogste niveau. Het wás al moeilijk, maar nu werd het echt onmogelijk om ons te handhaven met behulp van eigen spelers. En een ploeg oprichten met allemaal spelers extern aan de club, past niet in onze filosofie en in het concept dat we samen met hoofdsponsor hebben uitgezet. Maar die jaren in Superdivisie pakken ze ons niet meer af. We zullen er altijd trots op blijven.
En het verhaal had nóg mooier kunnen zijn, want ook met de damesploeg hebben we een poging ondernomen om met eigen spelers naar de hoogste reeks te stijgen. Onze A-ploeg vertoefde met Kim Dockx, Annelies Peere en Stien Dillen reeds lange tijd in tweede nationale, maar met de opkomst van de toen nog erg jonge en talentvolle Margo Degraef besefte iedereen dat er veel meer mogelijk was. Tijdens het seizoen 2010-2011 werd er versterkt met de Engelse speelster Yolanda King. We hadden echter de pech dat er net dat seizoen met het Waalse Dinez een ander erg sterk team in de reeks aanwezig was, en de beslissende clash op verplaatsing leverde een nederlaag op. Weg promotie; er zijn toen vele traantjes gevloeid en het resultaat was dat eerst Kim en later Margo in een andere club hebben moeten aantonen dat Superliga echt wel hun plaats was.
In de herfst van 2012 was heel de club in rouw door het vrij plotse overlijden van boegbeeld Karel Sappenberghs. Als hommage aan clubmonument en trouwe steunpilaar Karel draagt ons clublokaal voor altijd zijn naam.
Werner Van den Broeck werd de nieuwe voorzitter en zijn taak als secretaris is overgenomen door Danny Van den Bosch. Ronald Fredrickx is sindsdien onze nieuwe penningmeester.
De club vandaag
Van de ongeveer 160 Berlaarse leden zijn er op dit moment een 100-tal in competitieverband aangesloten bij de VTTL, die het net afgelopen seizoen uitkwamen in negen herenploegen, een damesploeg en vijf jeugdploegen. Onze hoogste herenploeg was afgelopen seizoen weer een echte topploeg in Eerste Nationale. Clubmonument Tom Van Schil haakte enkele jaren geleden af, al maakt hij heel af en toe nog eens zijn rentree als invaller in de tweede ploeg. De kern van de ploeg bestond in het seizoen 2017-2018 nog steeds uit Berlaar-producten Lauren Enghien, Vincent Van Hoven en Margo Degraef, die een hecht team vormen met ploegmaten Jules D’hollander, de Nederlander Jochem De Hoop en de Engelsman Josh Bennett. De ploeg heeft zich mooi opgewerkt naar de tweede plaats in Eerste Nationale, die zelfs recht geeft op promotie naar Superdivisie. In overleg met de spelers is gekozen om de promotie deze keer af te slaan, gelet op het enorme verschil met Superdivisie, waar (internationale) topspelers dankzij het systeem van dubbele aansluiting nog veel meer dan enkele jaren geleden de regel zijn geworden.
Bij de dames in Tweede Nationale vormen Lies Fabri en Isabel Devos de kern van de A-ploeg, aangevuld met een reeks invallers. Zij behaalden afgelopen seizoen een plaatse in het midden. In Sporta hebben we vier herenploegen die de kleuren van TTK Balder hoog houden, waaronder de A-ploeg die in Ere-afdeling uitkomt met sterkhouders Gie Van Eetveldt, Dominique Van den Broeck, Joeri Huyskens, Peter Van Baekel en Wim Janssen.
De club kan ook nog steeds rekenen op een mooie ploeg van een zevental gediplomeerde en kundige trainers, waarvan sommigen weliswaar enkel als back-up fungeren. Een nieuwe generatie trainers met trainers als Diederik Peere, Annelies Peere en Jantine Geentjens laten elke week zien wat hun kwaliteiten zijn. Eén van onze grote troeven is dat onze trainers bijna allemaal ook als speler uitkomen voor onze club, wat de verbondenheid en de inzet uiteraard ten goede komt.
Sinds enkele jaren bieden wij ook beginnerstrainingen voor volwassenen aan onder de noemer Start to Ping Pong. Op die manier is de stap om van de sport te proeven minder groot. Dit is een succesformule die jaarlijks leidt tot nieuwe leden, waarvan de ene opklimt tot competitiespeler en de andere ervoor kiest om recreatief aangesloten te blijven.
Sinds het voorbije seizoen zijn we zelfs gestart met lessen voor kleuters, om zo nog sneller kinderen bij onze club te betrekken. De oudsten, die volgend seizoen overgaan naar het eerste leerjaar, volgen sinds kort een bijkomende aangepaste training om in september te kunnen aansluiten bij de beginnersgroep van de gewone jeugdtrainingen.
Een club floreert enkel wanneer de tooguren na de wedstrijd en de niet-verplichte extra-sportieve activiteiten een succes zijn en een sterk bindmiddel vormen tussen de leden. Ook hier mag TTK Berlaar niet klagen met haar jaarlijkse Ping Pong Kermis, teerfeest, wijnactie, kaas- en wijnavond, clubkampioenschappen, Dag van de Jeugd, fietstocht, familiedubbeltornooi, Zomerbeker (wekelijks tornooi met voorgift tijdens de zomermaanden), winterwandeling, de stand op de kerstmarkt en speciale vieringen zoals dit 40-jarig bestaan.
Het record van de verste verplaatsing van onze club is recent ook nog gebroken. Jarenlang was dat een uitwedstrijd in Virton. Daarna trokken we nog verder door met een volle bus Tom Van Schil te gaan aanmoedigen in Duitsland. Onder impuls van clublid Stanny Britting werden daar nog een paar duizend kilometer bijgedaan toen onze club in 2017 met een ruime delegatie naar het Roemeense Iasi trok om er te verbroederen met de lokale pingpongclub. De banden werden gesmeed en de Roemenen komen voor ons veertigjarig bestaan afgezakt naar de viering.
Bijzonder fier zijn we ook op ons eigen lokaal in hartje Berlaar. Mede dankzij onze trouwe sponsors kunnen we als vereniging de investeringen die met zo’n infrastructuur gepaard gaan dragen. De belangrijkste bron van inkomsten van een club met een eigen lokaal blijft toch de bar en die bar wordt in Berlaar nog steeds in stand gehouden door een knap systeem waar elke competitiespeler twee keer per seizoen als barman fungeert. De overgebleven avonden worden door bestuursleden ingevuld.
Het huidige bestuur is een stabiele ploeg, die naast voorzitter Werner Van den Broeck, secretaris Danny Van den Bosch en penningmeester Ronald Fredrickx gevormd wordt door Ivan Nijs, Wilfried Geens, Dirk Willems, Bert Provoost, Nico van den Broek, Luc Enghien en Veerle Dolfeyn. Alle beslissingen worden in consensus genomen, met maar één vraag als leidraad: wat is het beste voor de club? Het is een gedreven team, dat mekaar goed aanvult en dat de club de voorbije jaren een stevige basis heeft gegeven waarop de volgende generaties kunnen bouwen.
Goed besturen is ook constant vooruitkijken, is problemen in de kiem smoren als ze nog pril zijn, behouden en versterken wat goed is en werken aan de minpuntjes. Een aandachtspunt is vandaag de vrij grote uitval van vaak ook talentvolle en vergevorderde jeugdspelers. De jongste jaren is er te weinig doorstroming naar de volwassenencompetitie, waar uiteraard ook niet iedereen blijft spelen tot zijn honderdste. Het is een algemeen probleem dat zich niet beperkt tot de muren van ons clublokaal. Toch zullen we hier een antwoord op moeten vinden. Enerzijds door nóg meer in te zetten op jeugdwerving en anderzijds door hard te blijven werken om onze sport en onze club zo aangenaam en toegankelijk mogelijk te maken voor onze jeugdleden. Dit is wellicht dé uitdaging voor de nabije toekomst, niet enkel voor TTK Berlaar, maar voor alle sportclubs.
Slot
Met 160 leden, waaronder meer dan 50 jeugdspelers, is deze club vandaag de dag nog meer dan kerngezond. Dertig jaar geleden al, een beetje tot onze eigen verbazing toen, is TTK Berlaar uitgegroeid tot de toonaangevende club in de regio van Lier - Heist-op-den-Berg - Herentals en we zijn het al die tijd gebleven. Het afgelopen decennium hebben we daar nog een mijlpaal aan toegevoegd door drie seizoenen in Superdivisie te vertoeven.
Dat is niet vanzelf gekomen. Op verschillende kantelmomenten in onze geschiedenis hebben leden beslist om het clubbelang te laten primeren op hun eigen belang. Enkel zo is TTK Berlaar kunnen uitgroeien tot de club die het vandaag is.
Ook in de toekomst willen we de goede naam van TTK Berlaar hoog blijven houden. Het hoeft in de toekomst misschien niet altijd nog groter en nog meer te zijn. Laten we in de eerste plaats TTK Berlaar blijven, waar de vereniging meer is dan een optelsom van losse personen. Waar ook de inzet aan de tafel samengaat met toewijding naast de tafel. Zodat iedereen fier kan zijn om daar deel van te mogen uitmaken.
Zodat ook in de toekomst de leuze geldt: ‘Eén voor allen. Alles voor de club.’
Op naar het 50-jarig bestaan!
Door de voorzitter
Werner Van den Broeck